Even voorstellen: Jitske Visser
Wat doe je als trainee bij de RvC?
‘Ik kijk mee met alles en ik leer heel veel. De Raad ziet erop toe dat de strategie en het beleid van de organisatie worden uitgevoerd zoals afgesproken. Ook controleert de Raad of het bedrijf handelt volgens de wetten en regels. Ik ben geen officiële commissaris, maar als trainee word ik betrokken in alle gesprekken en mijn feedback wordt altijd gevraagd. Het is geweldig om het deze mensen om tafel te zitten.’
Waarom wilde je dit doen?
‘Ik maakte kennis met het Sportbedrijf tijdens de Final Special. Daar was ik met mijn vereniging Rotterdam Basketbal. De missie van het Sportbedrijf om zoveel mogelijk Rotterdammers in beweging te krijgen, daar wil ik onwijs graag aan bijdragen. Ik wil sportkansen creëren voor kinderen met een fysieke beperking. Sport speelt mijn hele leven een belangrijke rol en ik wil iets doen in en voor de stad waar ik woon.’
Dus je bent een Rotterdammer?
‘Sinds een paar jaar ja. Ik kom uit Zwolle en heb vanaf 2017 veel in het buitenland gewoond vanwege mijn sport. In 2021 verhuisde ik vanwege mijn vriend naar Rotterdam. Ik vind dit een megatoffe stad, ik voel me thuis, het is groots en divers. Ik ga vaak met de fiets de stad door en zeker nu valt het me dan op waar het Sportbedrijf allemaal locaties heeft. Met mijn vereniging ben ik zelf natuurlijk ook huurder.’
Met welke onderwerpen houd jij je bezig in de RvC?
‘Op het ogenblik kijk ik met alles mee, maar de portefeuille Diversiteit, inclusie en participatie ligt mij aan het hart. In mijn eerste vergadering ging het over de accommodaties die toegankelijk waren gemaakt en welke er nog op de planning stonden. Ik vind het te gek dat er veel aandacht aan toegankelijkheid wordt geschonken.’
Wat kan het Sportbedrijf van jou leren? Heb je een wijze les uit jouw topsportervaring die je met ons kan delen?
‘Wat een grote vraag! Ik zou willen zeggen: in de topsportwereld wil niemand falen. Daardoor durven mensen vaak hun zwakheden niet te delen. Maar je maakt elkaar juist sterker door open te zijn over je zwakheden. Dat geldt ook voor organisaties en collega’s die in teams samenwerken. Dat zou ik wel willen meegeven.’