Vanuit het oogpunt van de architect
Het begin
Maar waar je begin je nou als architect? “De opdrachtgever maakt een PvE, een programma van eisen,” legt Koen van Velsen uit. “Daarin staan alle voorwaarden waaraan het pand moet voldoen. Denk aan oppervlaktes van ruimtes, technische eisen, voorwaarden vanuit de Zwembadbranche en zaken waar je voor het sportgebruik rekening mee moet houden. Dat PvE geeft richting en zorgt natuurlijk voor leuke uitdagingen. We hebben eerder ook Sportcentrum de Rozenburcht in Rozenburg ontworpen en die ervaring hebben we uiteraard ook meegenomen in het ontwerp van dit gebouw.” Als architect maak je ook gebruik van kennis en ervaring bij je opdrachtgever. “We hebben vanaf het begin goed contact met de gemeente, de aannemer en het Sportbedrijf Rotterdam als toekomstig exploitant gehad. Dat helpt enorm als je tegen lastige vraagstukken aanloopt.”
Voorbijgangers betrekken
Een van de uitdagingen lag in het feit dat de wanden van de sporthal helemaal dicht moesten zijn. “Dat geeft flinke oppervlakten aan de bovenkant van het pand. Daarom hebben we kunstenaar Wouter Stips gevraagd om de gevel aan te kleden met een werk waarin je mensen ziet bewegen, zwemmen en sporten. Hoe vaker en langer je kijkt, hoe meer je er in terug ziet. Daarmee verbinden we mensen op straat met wat er in het pand gebeurt. Een heel belangrijk element dat daar ook voor zorgt, zijn de glazen wanden aan de hele onderkant van het gebouw. Het nodigt voorbijgangers uit om ook in beweging te komen.”
Ruimte en toch knus
“Binnen in het gebouw wilden we het gevoel van een familiebad uitstralen, maar toch ook voldoende ruimte hebben voor grote groepen schoolzwemmers en leszwemmers. Dat hebben we bijvoorbeeld bereikt met langwerpige kleedruimtes waar veel plek is om langs de wanden te zitten. Via warme kleuren en het gebruik van hout zorgen we voor de gezellige familiesfeer. Ook het feit dat verschillende ruimtes via glazen wanden doorkijkjes hebben naar andere ruimtes maakt dat je je verbonden voelt met de andere gasten. Dat draagt ook bij aan het familiegevoel.”
En wat wil je nou als architect bij de bezoeker bereiken? Met welk gevoel moet hij of zij hier binnen rondlopen en wat moeten ze zich na afloop herinneren van het pand?
“Ik wil dat een grijze dag alsnog voelt als een vrolijke dag. We gebruiken door het pand heen vlakken met de kleuren van het Sportbedrijf. Die inspireren en activeren de bezoeker. Dat samen met de warme kleuren, de duurzame materialen en het hout moeten zorgen dat zwemmers en sporters zich hier welkom en thuis voelen. Ik vind het als architect leuk als mensen wat van je pand vinden, ook als ze het niet mooi vinden. Ik leg graag uit wat de gedachtengangen zijn geweest voor bepaalde keuzes.”
Misschien spreek je de architect nog wel eens tijdens een bezoek. Hij trekt regelmatig baantjes, al is dat liefst bij hem om de hoek, maar we gaan hem vast nog wel eens verwelkomen in het nieuwe Sportcentrum Feijenoord.
De oplevering van Sportcentrum Feijenoord staat gepland voor het begin van 2024. Het wordt daarna verder ingericht en klaargemaakt voor gebruik. De exacte datum van de opening is nog niet bekend.